Over vertalen bestaan de meest uiteenlopende opvattingen, waarover regelmatig wordt geschreven in het onvolprezen tijdschrift voor literair vertalen Filter. Mijn eigen opvatting is vrij bescheiden: de vertaler dient het origineel getrouw naar stijl en inhoud te vertalen. Daaraan moet je soms concessies doen voor de leesbaarheid – vlot en natuurlijk Nederlands staat voorop – maar ik streef er altijd naar de toon van de auteur zo goed mogelijk te handhaven.
Ik werk heel precies en houd ervan om voor het onderwerp waarover een tekst gaat – of dat nu epicurische filosofie, theorieën over het ademhalingsstelsel of de werking van een weefgetouw is – diep in secundaire literatuur te duiken. De universiteitsbibliotheek is bij mij om de hoek en de informatie op internet is eindeloos. Van belang is niet alleen de correcte vertaling van een term te vinden, maar ook na te gaan of die onder taalgebruikers wel gangbaar is – zodat niet, zoals ik onlangs in een documentaire over The Queen’s Gambit zag, het woord square in de ondertiteling vertaald wordt als ‘vakje’, terwijl schakers het altijd over ‘veld’ hebben.
Mijn specialisme als vertaler zijn boeken op het terrein van filosofie, geschiedenis en psychologie. Ik vertaal dus vooral non-fictie, en mag me ook graag op een wat onbekender terrein storten, zoals (in de laatste jaren) een boek over fraude in de bankensector en een boek over ademhalingstechnieken. Daarnaast heb ik in de loop der jaren met veel plezier een flink aantal detectiveromans en thrillers vertaald.
En natuurlijk zijn deadlines heilig.
