Ruud van de Plassche logo 3Ruud van de Plassche logo 3Ruud van de Plassche logo 3Ruud van de Plassche logo 3
  • Home
  • Over mij
  • Vertaling
  • Redactie
  • Portfolio
  • Stoa
    • Modern stoïcisme
    • Massimo Piglicucci
    • Links en nieuws
    • A Philosophical Fighter Pilot
  • Blog
    • Eigen werk
    • Filosofie
    • Literatuur
    • Vertaalkwesties
  • Contact

De nieuwe Filter

  • Home
  • Literatuur
  • De nieuwe Filter

De nieuwe Filter

Categories
  • Literatuur
  • Vertaalkwesties
Tags
  • Filter
  • Matsier
  • Nederlands Letterenfonds
  • vertaalkwesties

Zo halverwege december viel de nieuwste Filter bij me in de bus, jaargang 28, aflevering 4. Voor wie het niet kent, hier de visie van het tijdschrift op zijn website: ‘Filter. Tijdschrift over vertalen is er voor iedereen die zich op welke manier dan ook voor het verschijnsel vertaling interesseert, voor vertalers én theoretici, voor denkers én doeners. Filter brengt belangrijke momenten uit de geschiedenis van het vertalen en tolken onder de aandacht, laat sleutelfiguren uit het veld uitgebreid aan het woord over hun werk en geeft ruimte aan theoretische beschouwingen.’
Het werkende leven van een boekvertaler – Filter heeft het meestal over literair vertalers, een titel die ik voor mezelf als vertaler van hoofdzakelijk non-fictie een tikkeltje aanmatigend zou vinden – is tamelijk eenzelvig, al zeg ik het zelf. Dankzij Filter kan ik toch een beetje op de hoogte blijven van wat er onder ‘collega’s’ leeft, wat er in Vertalia oftewel het land der boekvertalers spraakmakend is en leer ik soms door scherpzinnige artikelen over de vertaalpraktijk het een en ander bij.

Dit nieuwste nummer gaat over ‘Jonge memoires & meer’, zoals op het omslag staat. Ditmaal dus een aflevering die me vooral op de hoogte gaat brengen van wat er in Vertalia leeft. Het openingsartikel van de vierkoppige gastredactie voor dit nummer heeft als titel ‘Jonge vertalers: met uitsterven bedreigd?’ Die titel zegt al genoeg, en de vier jonge gastredacteuren geven als illustratie hun eigen ervaringen: ondanks een uitstekende vertaalopleiding, talentenbeurzen en talentontwikkelingsprogramma’s, zo zeggen zij, heeft een van hen nooit de financiële ruimte gehad om aan een vertaalcarrière te beginnen, verruilde nummer twee het onzekere vertalersbestaan voor een vaste baan, staat nummer drie op het punt hetzelfde te doen en vertaalt nummer vier vooralsnog stug door. Hun ervaring blijkt ook exemplarisch voor de ‘memoires’ van jonge vertalers die in dit nummer volgen. Er komt een reeks interessante zelfportretten voorbij van vertalers uit binnen- en buitenland, waarin zij vertellen over hun vertaalopleiding, hun motivatie om die te gaan volgen, hun eerste ervaringen met het vertalen van literaire teksten en het verdere verloop dan wel afbreken van hun vertaalcarrière.
Voor mij als inmiddels toch wel oude rot in het vak allemaal bijzonder interessant om te lezen, al heb ikzelf nooit een ‘officiële’ vertaalopleiding gevolgd – ik weet eigenlijk niet eens of je die dertig jaar geleden al had. Maar naast al het enthousiasme over hoe boeiend (literair) vertalen is en hoeveel steun men van docenten en mentoren heeft gehad, is dé rode draad in alle memoires in deze Filter dat je met literair vertalen feitelijk je brood niet kunt verdienen. Ik moet zeggen dat bij mij, na lezing van al deze memoires, aanvankelijk de gedachte opkwam dat hier wel heel veel geklaagd werd. Er was ook veel inhoudelijk enthousiasme over het vak, maar daarnaast vooral veel verontwaardiging over de lage tarieven, waarbij ik het een beetje miste dat (of is me dat ontgaan?) vrijwel niemand sprak over de voordelen van het vrije boekvertalersberoep die ertegenover staan. Voor mij is het een groot voordeel dat je een ‘vrije jongen’ bent: je kunt je eigen dag indelen (als het mooi weer is ’s middags gaan fietsen en dan ’s avonds wat langer doorwerken), je eigen vakantieperiodes kiezen, je eigen werkomgeving zo inrichten als je wilt en al dan niet er de muziek bij afspelen die je wilt, en als het meezit ook af en toe een klus kiezen die je wilt. En er is meer waarover ik in de ‘memoires’ weinig las: je hebt als veellezer van je hobby je beroep kunnen maken, je hebt als eenpitter geen saaie vergaderingen, geen lastige baas boven je, je bent flexibel in je tijd waardoor je mantelzorg kunt verlenen als dat nodig is. Kortom: je hebt veel vrijheid, een heel groot goed.
Maar laat ik eerlijk zijn: ook ikzelf heb in de loop der jaren heel wat af geklaagd over de slechte honorering, en ik had nooit in een koophuis gewoond als ik geen partner had met een goede vaste baan, want op wat ik als boekvertaler verdien krijg je van geen enkele bank een hypotheek. En ook ik heb me vaak afgevraagd hoe het kan dat andere vrije beroepsgroepen als advocaten, consultants en zelfs sommige copywriters torenhoge standaardtarieven kunnen vragen en te krijgen, en wij boekvertalers bepaald niet. In deze Filter komen her en der wat ideeën langs hoe een betere honorering voor literair vertalers voor elkaar te krijgen, maar of die zullen werken…? Al zou ik zelf al helemaal niet weten wat eraan te doen.
Wat staat er afgezien van deze memoires nog meer in deze Filter? Een aardig artikel van Nicolaas Matsier, die zo’n dertig jaar geleden een vertaling van Alice in Wonderland maakte, destijds van de uitgever Carrolls oorspronkelijke aanhalingstekens rond wat iemand dacht (Matsier geeft als voorbeeld het beroemd geworden Carrollcitaat:‘and what is the use of a book’, thought Alice, ‘without pictures or conversations?’) moest weglaten (En wat heb je aan een boek, dacht Alice, zonder plaatjes of gesprekken?), en zich nu afvraagt waarom dat eigenlijk moest. Zijn conclusie luidt: ‘Het verdient dus de voorkeur ze met rust te laten.’ Matsiers betoog is interessant, en ook relevant voor mijn eigen vertaalpraktijk, want in de vertaalinstructies van een van de uitgeverijen waarvoor ik vertaal staat ook expliciet de aanwijzing dat wat een persoon denkt niet tussen aanhalingstekens komt te staan en in uitzonderlijke gevallen mag worden gecursiveerd.
Verder in deze Filter onder meer een informatief interview met twee beleidsmedewerkers van het Nederlands Letterenfonds, een artikel genaamd ‘Kritisch geweld’ waarin vertaalster Lette Vos beschrijft hoe ze is omgegaan met het voor een vertaler nachtmerrie-achtige verwijt ‘dat je een tekst geweld hebt aangedaan’, en een mooi stuk over de vertaalgeschiedenis van Isaac Bashevis Singer. Dus boekvertaler, lees dat blad, zou ik zeggen.

Geef een antwoord Antwoord annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meest recente berichten

  • Vers van de pers: De connectiecode 22 januari 2022
  • De nieuwe Filter 9 januari 2022
  • Clanlands 9 januari 2022

Tags

boekvertaling Brandt Corstius Clanlands communicatiewijzer connectiecode epictetus Epicurus filosofie Filter Heughan kernbegrip Matsier Nederlands Letterenfonds Outlander poëzie reisboek vertaalkwesties

Contact

Ruud van de Plassche
Oude Molenweg 209
6533 WK Nijmegen

06 48 15 93 06
ruudvdplassche@gmail.com

KVK-nummer: 10038712
Btw-nummer: NL001513330B67

Ga naar…

  • Home
  • Over mij
  • Vertaling
  • Redactie
  • Portfolio
  • Stoa
    • Modern stoïcisme
    • Massimo Piglicucci
    • Links en nieuws
    • A Philosophical Fighter Pilot
  • Blog
    • Eigen werk
    • Filosofie
    • Literatuur
    • Vertaalkwesties
  • Contact
© Ruud van de Plassche. Alle rechten voorbehouden. | Website laten maken door Chuck's